Gastblog,  Vrijeschool

Schilderen op de vrijeschool

De hele wereld om ons heen is gekleurd. We vinden dat heel gewoon en hebben vaak niet in de gaten dat we daar automatisch op reageren. Merk jij het verschil in je gevoel - wat gebeurt er in jou als de dag start met een blauwe hemel en hoe is dat op een grijze dag? Hoe ervaar jij al de groenen van een bos? Heb je wel eens in een blauwe kamer gezeten of in een rode? In dit artikel lees je hoe kinderen in de vrijeschool de kleuren leren kennen. Je leest over het doel van schilderen, de techniek, de materialen en een korte schets van de leerlijn met de didactiek door de onderbouw heen.

Dit gastartikel is geschreven door Jet Nijhuis, schrijfster van Kleur in de klas en Buiten de lijntjes én docent aan de Waldorf Academie!

Doel

Schilderen is een vorm aan zelfexpressie en creativiteit en we gaan er niet van uit dat kinderen al schilderend de kleuren leren kennen. Die kennis is geen theoretische kleurenleer, maar ervaringskennis. Je weet wat blauw is, omdat je het voelt, net zoals je weet wat verliefdheid is als het je overkomt. Kleur geeft je onmiddellijk een bepaald gevoel. De basiskleuren rood, geel en blauw zijn verschillende stemmingen, maar binnen de kleur zelf zijn er ook veel verschillende stemmingen. Stel je een lichtblauwe hemel voor die nachtblauw wordt. Hoe voelt dat?  Stel je blauw voor dat met geel wordt gemengd? Meteen loop je in een bos en daalt de rust. Of roer rood, geel en blauw door elkaar? Meteen kijk je in een bruine dierenvacht, vol diep leven.

Wil je je groene trui meer accentueren? Maak dan gebruik van de complementair werking van de kleur en doe een rode rok aan. Wil je een olifant schilderen in een oerwoud? Maak dan gebruik van een andere kleurwerking en schilder allerlei kleurvlakken en al gauw zie je al een stukje van je olifant. Je hoeft niet eerst de contouren neer te zetten, want de kleurvlakken hebben een bijzondere eigenschap: ze maken vormen. Ook jouw eigen olifant zit in dat grijze kleurvlak. Wat een verrassing toch!

Kinderen gaan zelf al die kleurgeheimen ontdekken. Dan doen ze al schilderend. Al belevend. Zo snijdt de schilderles aan twee kanten: kleuren worden verkend en tegelijkertijd wordt het gevoelsleven verrijkt.

Materialen

In de verfsoorten zijn er dekkende en transparante soorten. De transparante waterverf is voor kinderen het gemakkelijkst. Snel kun je donkere en lichte kleuren maken, handig meng je kleuren, vooral als je werkt op een vochtig papier. Deze manier van schilderen die op de vrijeschool gangbaar is noemen we de nat-in-nat techniek. Deze techniek is de meest bruikbare om met kinderen in de onderbouw kleur te maken. Op de middelbare vrijeschool worden ook andere verfsoorten, zoals acryl, gouache en olieverf gebruikt.

Het papier dat je nodig hebt voor de nat-in-nat techniek moet de verf kunnen opzuigen. Zit er te veel lijm in dan blijft de verf op het papier liggen en is het lastig om te mengen en te vormen. Ik adviseer 4A Art schetspapier of dat van Heutink.

Verder heb je nodig: een schilderplank van perspex. Een zachtharige penseel die de waterverf goed vasthoudt. Een sponsje, een schilderlapje en bovenal waterverf. Meer daarover lees je in het boek Kleur in de klas.

Leerlijn

De kleurthema’s die in een leerjaar worden geschilderd, passen bij de leeftijd van de kinderen. De leerlijn begint in klas 1 bij het geleid schilderen met behulp van verhaalbeelden en eindigt in klas 6 bij individueel uitgewerkte schilderkeuzes. Ieder leerjaar heeft nieuwe schildertechnieken en lessen over kleuren. De geleide lessen worden afgewisseld met ‘vrij’ schilderen. Kinderen krijgen dan volop de gelegenheid te experimenteren. Willen kinderen al jong veel vormen schilderen, dan is het goed om het tekenonderwijs flink aan te zetten. Abstracte schilderingen nodigen het meest uit tot het leren kennen van de kleuren door beleving van de kleuren.

Overzicht leerstof

Kleuterklas

In de kleuterklas is er nog geen sprake van ‘schilderles”. Het schilderen is een wekelijks moment waarin de leerkracht de drie basiskleuren aanbiedt en de eerste technische beginselen oefent. Hoe hou je je penseel vast; hoe beweegt die over het papier, hoe spoel je die schoon? Zo vegen kinderen de voetjes van het penseel aan de rand van de waterpot, slepen ze de haren achter de punt van het penseel. Er zijn geen inhoudelijke opdrachten, maar in het schildermoment toveren de kleintjes de kleuren op papier en hebben ze ook plezier om de kleuren die langzaam in de waterpot dwarrelen.

Klas 1 (groep 3)

1. Schilderen zonder beweging in het vlak/solostemmingen/2 en 3 klanken
2. Schilderen met beweging in het vlak
3. Betoveringen

Klas 1 - Tweeklank Joris en de draak

In de eerste klas heeft het schilderen een vaste opbouw. Eerst komen de kleuren in hun eentje op het papier, daarna met z'n tweeën of drieën en het jaar wordt afgesloten met kleurmengingen. Kleine kinderen zijn beelddenkers; magiers. Alles leeft, net als zij. Ze onthouden de techniek van het afstrijken van hun penseel aan de rand van de waterpot beter als ze zich met het penseel kunnen identificeren. Als het penseel zijn voetjes veegt, net als zij zelf. Als het papier en de spons het water drinkt, net als zij. Dat is even schakelen voor een volwassene die gewend is om logische, technische aanwijzingen te geven. Maar gelukkig: de sprookjesverhalen snellen te hulp. Daar komt Repelsteeltje en tovert al het graan om tot louter goud op het blad.

Daar komt Sint-Maarten en Bontepels. Ogenschijnlijk zie ik niets dan een abstract kleurenspel. Maar een kind ziet precies waar Sint maarten heel sterk is en waar Bontepels rijk is uitgedost. De kleuren wekken onmiddellijk een gevoel en dat kunnen kinderen feilloos vertellen. Daarom pleit ik voor een museummomentje aan het einde van de les. Alle kinderen kijken naar alle schilderingen en met waardevrije vragen van de leerkracht ploppen de meest fantasievolle waarnemingen op. Dit mist een kind als hij al meteen een boom of een huis schildert. Deze abstracte geleide schilderlessen versterken de fantasie.

Klas 2 (groep 4)

1. Complementair oefeningen
2. Vergelijkingsoefeningen
3. Kleurgesprekken

Klas 2 - De krekel en de mier (kleurgesprek)

De acht-jarige ontdekt dat zijn klasgenootjes gezellige eigenschappen heeft en ook minder leuke kanten. Hij leert dat dat tegenstellingen zijn. Dat is in de kleurenwereld ook zo. Er zijn donkere en lichte kleuren, Ook rood en groen, blauw en oranje en geel en paars zijn tegenstellingen. Dat zijn de complementaire kleuren. In de schilderles vergelijken we op een beeldende manier een lichte schildering met een donkere. Een vraag als: Op welke schildering draaft een paardje voorbij en op welke vliegt een vlindertje, maakt de tegenstelling beleefbaar. In de kleurgesprekken blijven kleuren bij elkaar uit de buurt, komen kleuren bij elkaar op bezoek of houden vrolijke en zware gesprekken met elkaar. Elke kleurmenging vertelt hoe de ontmoeting is verlopen. Hoeveel groenen, paarsen, oranjes kun je wel niet maken? Geef de zelfgemaakte kleuren een naam. Het appeltjesgroen en het eikeltjesgroen zijn allebei getoverd uit geel met blauw. Neem de tijd om de schilderingen samen te bekijken. Want net zoals in de kleurenwereld de kleuren kunnen verschillen en met elkaar omgaan, zo gaan wij met elkaars verschillen om in de klas.

Het museummomentje in de les is de kers op de taart.

Klas 3 (groep 5)

 1. Regenboogoefeningen
2. Vanuit kleurovergangen een eerste vorm toveren
3. Temperamentsoefeningen

Klas 3 - Het biezen mandje (geel, groen, blauw in de regenboog)

Kinderen van negen staan voor een grote verandering in hun leven. De magische wereld waarin alles kan, vervaagt en de realiteit met zijn zakelijkheid en logica dient zich aan. Voor de sprong in een bestaan van zelf-standigheid, krijgen ze mee dat alles bij elkaar hoort. Dat alles wat op aarde leeft dezelfde herkomst heeft: in de magische hemelnatuur. Dat de natuur weer alles geeft wat we nodig hebben om hier op aarde te leven. Die samenhang, dat holistische beeld is ook de inhoud van het kleurenpalet in de derde klas. Waar zijn alle kleuren met hun mengkleuren beter te zien dan in de regenboog die tegelijkertijd als verschijnsel hemel en aarde verbindt. Kinderen ontdekken dat kleuren die naast elkaar in de regenboog staan grote vrienden zijn die graag samen komen en gemakkelijk bij elkaar binnenlopen. Kleuren die verder van elkaar af liggen in de regenboog, doen dat niet. Denk maar eens aan rood en groen. Hoe veel lastiger mengen zij dan rood en oranje. Scenes uit verhalen zijn beelden om deze kleurenwerking te ervaren en zelf toe te passen. In de derde klas tekenen zich de individuele verschillen van de kinderen zich steeds duidelijker af. Tijd om ook kleuropdrachten te verzinnen waarmee kinderen zelfstandig keuzes kunnen maken. Een goede hulp bij het vinden van deze opdrachten zijn de temperamenten. Ze bieden een schat aan mogelijkheden om de eigenheid van ieder kind te stimuleren.

Klas 4 (groep 6)

1. Warm-koud-contrast
2. Van kleurperspectief naar landschap
3. Van kleurstemming naar duidelijke voorstelling
4. Stemmingen van jaarfeesten, seizoen, dag, gemoedstemmmingen van dieren, stemmingen vanuit de vertelstof.
5. Landkaarten
5. Temperamentsoefeningen

Klas 4 - Gullibursti (vorm uit kleurvlak)

Het tien-jarige kind wil nu graag de magische fase verlaten en om zich heen kijken. Hoe ziet het er nu echt uit. Het wordt tijd om ook in het abstracte kleurenpalet op papier op zoek te gaan naar vormen. Het wordt ook tijd om om je heen te gaan kijken naar kleuren. Wat doen kleuren in de verte die voor je voeten nog helder zijn? Dan worden ze blauwig. Hoe ziet het groen van het gras eruit in de ochtend, de middag, de avond en de nacht? Het is toch hetzelfde gras. Ook brengt de kleurverandering door de dag een andere stemming. Deze thema’s: het maken van vormen uit kleurvlakken; het kleurperspectief en de stemmingsbeelden in de tijd en in de ruimte zijn bronnen van schilderplezier. Verlangen kinderen steeds naar het schilderen van vormen en krijgen ze moeite om alleen met kleurvlakken te werken dan moeten ze meer tekenonderwijs krijgen. Dan kan de kleur in het schilderen en de vorm in het tekenen beide tot zijn recht komen en vanaf nu ook elkaar steunen. Teken eerst een sluipende vos in de tekenles en schilder deze dan in de schilderles uit een roodbruin kleurvlak.

Klas 5 (groep 7)

1. Compositieoefeningen - Evenwicht tussen omgeving en vorm. De voorstellingen komen tevoorschijn uit kleurstemmingen. Enkele kleurstemmingen zijn:
a. Stemmingen van de planten door het jaar in combinatie met de elementen
b. Thema’s uit de vertelstof
c. Thema’s uit de geschiedenis, aardrijkskunde, jaarfeesten
2. Landkaarten

Klas 5 - Bepaal de verhouding tussen het schip en de omgeving.

De vijfdeklasser is na het turbulente tiende levensjaar in rustiger water terecht gekomen. Hij kan zichzelf als middelpunt zien, maar kan ook zien dat hij een onderdeel van een groter geheel is. Om deze harmoniserende ontwikkelingsperiode te ondersteunen worden in klas 5 in allerlei vakken vergelijkingsopdrachten gegeven. Hoe verhoudt de zonneklok zich tot de digitale klok. Hoe verhoudt de gewone breuk zich tot de decimale breuk. Ook in de schilderles gaat het over relaties en samenhangen. Waar is het middelpunt en hoe is verhouding tot het hele schilderij, tot de omgeving?

Klas 6 (groep 8)

1. Licht tegenover duister bij het gebuik van indigo
2. Negatief tegenover positief in de uitspaaroefeningen
3. Sluieren tegenover zwart/wit tekenen
4. Het waarnemend schilderen

Klas 6 - Positieve en negatieve kleurvlakken

De twaalf-jarige maakt lichamelijke en psychische veranderingen door. Het skelet groeit uit en de stofwisseling verandert. Synchroon hieraan komt er een sterke belangstelling voor de ‘echte wereld’ en interesse in de eigen lichamelijkheid.

Deze tegengestelde blikrichtingen geven onevenwichtigheid en onzekerheid. De buitenwereld trekt en het lijf vraagt aandacht. Waar is het moment dat de kinderen weer bij zichzelf kunnen komen? In de kunstzinnige activiteiten. In de schilderles worden kleurpaletten tegenover elkaar gezet en komt het exacte waarnemen aan bod. Hierdoor komen de kinderen via de tegenstellingen in hun evenwichtspunt terug. In de schilderles komen opdrachten over tegenstellingen als : tertiaire kleuren en primaire kleuren, licht en duister, positieve vormen tegenover negatieve aan bod.

Kleur in de klas

Hierboven heb je in een notendop kunnen lezen over de schilderlessen op de vrijeschool. Veel meer inspiratie vind je in het boek Kleur in de klas. Het boek is een op de praktijk gericht ‘werkboek’. Het bevat ruim 130 uitgewerkte voorbeeld-schilderlessen voor de onderbouw van het vrijeschoolonderwijs (klas 1 t/m 6). Ook zijn de lessen geschikt voor kunstzinnig therapeuten, en kunnen ze een inspiratiebron vormen voor docenten in het reguliere onderwijs. Naast de lessen bevat het boek ook een tiental korte hoofdstukken die een inleiding zijn in de theorie en visie achter het nat-in-natschilderen op de vrijeschool.

‘Pas als het kunst is, is het echt’.

Jet Nijhuis, de schrijfster van Kleur in de klas en bovenstaand gastartikel was jarenlang docent aan een vrijeschool waar ze dook in de antroposofie, leerde zingen, dansen, tekenen, schilderen en het leerplan doorvorste. Wat was de opbrengst van al die jaren ploeteren? Rimpels en grijs haar aan de buitenkant, maar van binnen gevuld met een gouden schat aan ervaringen en inzichten. “Maar boven alles,” zegt Jet, “heb ik samen met de kinderen de vreugde van het leven gevonden. Het leerplan van de vrijeschool heeft mij de weg gewezen om mensenkind te zijn”. Met haar ervaring in het vrijeschoolonderwijs en kennis van de antroposofie ondersteunt zij momenteel docenten en kinderen.

Lees- en kijktips:

1. Doe mee aan de kunstzinnige ontdekkingsreis en leer zelf onder anderen schilderen!
2. Kijk de prachtige documentaire drieluik over nat-in-nat schilderen van Tanja Markies.
3. Volg een lesje nat-in-nat schilderen van mij. Hier de instructie en hier een voorbeeldje van een les.
4. Lees meer over vormtekenen op de vrijeschool.

Laat een antwoord achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Waldorf Inspiration

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder