Hemelvaart antroposofie
Gastblog,  Jaarfeesten

Hemelvaart in perspectief

Een gastblog van Tim van Tongeren

Hoewel Hemelvaartsdag in Nederland nog steeds de status heeft van een nationale feestdag is de betekenis van het feest voor velen wat ondergesneeuwd. Een christelijk feest bij uitstek, maar met een diepere betekenis die lastiger uit te dragen en te begrijpen is dan bijvoorbeeld die van Pasen en Kerstmis. Binnen de kalender van antroposofische jaarfeesten speelt Hemelvaart vaak slechts een beperkte rol voor de massa, terwijl zij die meer diepgang zoeken er juist veel uit kunnen halen.

Een aantal blogs en artikelen die ik las in de aanloop naar deze Hemelvaartsdag staan bol van veronderstelde relaties tussen het huidige Hemelvaart en voorchristelijke gebruiken en activiteiten. Deze beweringen maken een leuk verhaal maar zijn zelden gebaseerd op eigenlijke historische gegevens, daar bewijs uit de voorchristelijke periode zeer schaars is. Daarnaast is ‘de voorchristelijke periode’ heel lang, worden er verschillende goden en godinnen vereerd op verschillende plaatsen en zijn er talloze lokale verschillen in rituelen en gebruiken. Alleen al in een klein land als Nederland zijn er al lokale verschillen, wat aangeeft dat in detail spreken over gebruiken van toen ondoenlijk is in een kort artikel.

Voorchristelijke geloofsbeeld

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de voorchristelijke bevolking van noordwest Europa diep verbonden was met het ritme van de seizoenen. Deze relatie diende met name een praktisch doel, namelijk de voedselvoorziening. Kennis van het natuurlijke aarderitme draagt bij aan het maken van slimme keuzes die resulteren in een betere opbrengst van het land. ‘Kennis is macht’ is helemaal geen nieuwe filosofie in die zin, maar was voorafgaand aan het ontstaan van de wetenschap reeds pure noodzaak.

Zonder de wetenschappelijke technieken van nu was het voor de voorchristelijke mens echter onmogelijk om de kennis van het aarderitme boven een intuïtief niveau uit te tillen. Veel natuurverschijnselen die wij nu als heel normaal beschouwen, onweer bijvoorbeeld, waren in vroeger tijden een mysterie. Omdat wij mensen graag zaken verklaren werd ook voor het onverklaarbare een uitleg gezocht. Vaak werd deze gevonden in het goddelijke. Op die manier ontstond er een wirwar aan godsbeelden welke bepaalde functies dienden en waarbij je voorspoed kon afsmeken. Als de goden en godinnen in staat waren om te belonen met voorspoed en een goede oogst wanneer er voldoende vereerd en geofferd werd, dan moesten zij ook in staat zijn om te vernietigen. En dat deden ze ook zo nu en dan.

Een dergelijke vernietiging van de oogst, bijvoorbeeld met grote hagelstenen, boezemde angst in en leidde tot een grotere devotie. Deze zichzelf versterkende cyclus, welke in feite het resultaat is van menselijke angsten en instincten, ontwikkelt zich min of meer parallel in bijvoorbeeld de Germaanse, Keltische en Noordse gebieden. Er waren echter grote regionale verschillen naargelang lokale verschijnselen, omstandigheden en noden. Op deze manier ontstaat op verschillende plaatsen en in verschillende perioden een wisselend beeld van ‘bezieling van de natuur’ door goden, geesten en natuurwezens met bijbehorende feesten en rituelen.

De voorchristelijke cyclus

Paganistische jaarkalender
gwendavies.com

Gezien het feit dat de voorchristelijke jaarcyclus nauw verbonden is met de seizoenen en het agrarisch jaar worden elementen hiervan gereflecteerd in het godsbeeld, de werkzaamheid van de goddelijke wezens en de rituelen en feesten. Dit leidt tot een jaarcyclus die grofweg te verdelen is in 8 fases die ik hieronder kort zal beschrijven. Voor het gemak kies ik er voor om neopaganistische namen te gebruiken voor de fases. Deze namen werden in de oudheid niet gebruikt en zeker waren ze niet overal hetzelfde. Het kan echter verondersteld worden dat de beschreven lading van iedere fase een algemeen beeld geeft van wat er rond welke tijd op verschillende plaatsen gevierd en beleefd werd. Het gaat niet om de details, die zijn niet bekend, maar om de algemene sfeer en thema’s die passen bij de cyclus van de seizoenen.

Yule

Het zonnejaar start met Yule (Midwinter) rond 21 december. Yule is het feest van de wedergeboorte van het licht op aarde. Een nieuw begin wat de overgang markeert van afnemende energie naar toenemende energie, van inademing naar uitademing. Het begin van de lichte helft van het jaar, de periode van vruchtbaarheid en conceptie.

Imbolc

Rond 1 februari, op ongeveer een kwart van de lichte helft van het jaar vieren we Imbolc. Na een lange winter begint er langzaam nieuw leven te ontstaan in de schoot van de maagdelijke aarde. Na de eerste lichtimpuls rond Yule is het nu tijd om langzaam wakker te worden. We zien om ons heen dat het land ontwaakt in de steeds sterker wordende zonnestralen.

Ostara

Ostara markeert het punt van de lente-evening rond 21 maart. Dag en nacht zijn even lang en iedere dag wint de zon aan kracht. De nu merkbaar langere en warmere dagen lokken ons naar buiten, de natuur in. Het is alsof de zon ons roept om het land nu echt tot leven te laten komen. Dit alles wordt gereflecteerd in de eerste stappen van paringsdans en vruchtbaarheid.

Beltane

Op driekwart van de lichte helft van het jaar, rond 1 mei, vindt Beltane plaats. Deze periode markeert het hoogtepunt van de vruchtbaarheid en het samensmelten van het aardse en het goddelijke. De aarde is gehuld in frisse bloemenpracht en alles is vol van een actieve energie. De natuur is zogezegd op het hoogtepunt van haar vitaliteit.

Litha

Op 21 juni vindt de zomerzonnewende plaats, gemarkeerd door het feest van Litha. We staan nu recht tegenover Yule, op het kantelpunt wat de start van de donkere helft van het jaar markeert en de bijbehorende terugtrekkende energie en levenskracht. Van uitademen gaan we naar inademen. Net als rond Yule is het een periode van stilstand. Van de energetische afname is in eerste instantie niets merkbaar. Waar de aarde rond Beltane op het hoogtepunt van haar kracht was is de zon dat nu. In al zijn kracht wordt de aarde soms wat overrompeld. Het is de periode van buitenleven, uitbundige energie, overvloed en het volledig tot wasdom komen van gewassen.

Lughnasadh

Op een kwart van de donkere helft van het jaar, rond 1 augustus vindt Lughnasadh (of Lammas) plaats. Deze periode markeert de graanoogst, de eerste in een reeks van oogsten die in verschillende stadia plaatsvinden. Het is het eerste moment dat de werkelijke vruchten van de vruchtbaarheid geplukt kunnen worden en is daarom een periode van dankzegging voor de gulheid van aardeschoot en zonnewarmte. Deze dankzegging gaat gepaard met offers en het begin van de belofte van goede intenties.

Mabon

Op 21 september is de herfstevening welke gemarkeerd wordt door Mabon. Dit feest staat recht tegenover Ostara en dag en nacht zijn wederom in evenwicht. Ditmaal echter zet de afname van de zonnekracht duidelijk in en maken we ons op om naar binnen te trekken. Tevens vieren we de tweede oogst waaronder de meeste gewassen vallen. Het is wederom een feest van overvloed en dankzegging voor de gulheid van de aarde en de zon. Bij de dankbaarheid hoort een steeds sterkere reflectie. Zeker wanneer oogsten minder goed uitpakken worden goede voornemens voor het komende jaar extra belangrijk geacht. Goede intenties vormen de grootste dank voor de goden en verzekeren een herhaling van de ontvangen voorspoed in de toekomst.

Samhain

Nu driekwart van de donkere helft van het jaar is verstreken is het rond 1 november Samhain. Dit is het Keltische nieuwjaar, maar in de Noordse traditie valt deze eer aan Yule ten deel. Saimhain staat tegenover Beltane en waar laatstgenoemde de maximale vitaliteit verbeeldt doet Samhain het omgekeerde. Met de laatste oogst van knollen en aardvruchten wordt het agrarisch jaar afgesloten. De akkers liggen er verlaten bij en de bomen verliezen de laatste bladeren. De dood is ingetreden in een schijnbaar onomkeerbaar proces. Voor een laatste maal wordt er dankgezegd voor de volle voorraadschuren en wordt een balans opgemaakt van het afgelopen jaar. De goden en het land worden bedankt en vereerd, wat in sommige tradities overgaat in voorouderverering (Halloween). Een tijd van relatieve rust en bezinning breekt aan. In deze periode is er ook tijd om naar de ander om te kijken en schenkingen te doen.

Vruchtbaarheid, de meiboom en de bruid

Meiboom vrijeschoolNu we een globaal inzicht hebben verworven in de voorchristelijke cyclus van het jaar wordt het mogelijk om in te zoomen op de periode rond Hemelvaart. In de voorchristelijke periode valt ons huidige Hemelvaart ergens tussen Beltane en Litha, in de periode van maximale vitaliteit van de aarde en rondom het energetisch hoogtepunt van het jaar. In andere woorden zou je kunnen stellen dat in deze periode de aarde en de omringende lucht of kosmos op het hoogtepunt is van bezieling.
Zoals gezegd staat rond Beltane het thema vruchtbaarheid centraal. Dit onderwerp is terug te zien in veel activiteiten die onderdeel zijn van de folklore in verschillende Europese landen. Het dansen rond de meiboom is hier een mooi voorbeeld van. Wat veel mensen zich niet realiseren is dat de meiboom zelf een uitbeelding is van de geslachtsdaad en daarmee het ultieme symbool van de vruchtbaarheid. De paal verbeeldt het mannelijke, de ring het vrouwelijke. De ring is vaak versierd met bloemen om aan te geven dat het vrouwelijke rond deze tijd op het hoogtepunt van haar vruchtbaarheid is. Hiermee wordt tevens een verband gelegd tussen het vrouwelijke en de aarde waaruit de bloemen groeien. In die zin staat het mannelijke in verband met het zonlicht wat noodzakelijk is om de kiem tot wasdom te laten komen. De traditioneel rood-witte linten aan de meiboom symboliseren respectievelijk de vrouwelijke maandstonden en de mannelijke ejaculatie. Beide de uiterlijke vertegenwoordiging van een constant innerlijk vruchtbaarheidsproces in de mens. Wanneer de linten zich in een dans verweven vindt de bevruchting plaats die essentieel is voor al het leven op aarde.

Verschuivende tradities

In recentere eeuwen en onder invloed van een jachtig leven en een wanende binding met de natuur en de seizoenen neemt de prominentie van folklore steeds verder af. Daarnaast zijn er in deze periode ook veel christelijke feestdagen (om nog niet te spreken over feestdagen van andere geloven en culturen) waardoor het een drukke tijd is voor de feestvierder. Met de jaren zijn tradities verschoven en door elkaar gaan lopen, maar de thematiek is nog altijd evident. Op de vrijeschool in Nederland is de meiboomdans nu vaak onderdeel van Pinksteren terwijl in Groot Brittannië vastgehouden wordt aan 1 mei. In Scandinavië echter is het met de tijd zelfs nog verder doorgeschoven naar de periode rond Litha.

In de periode rond Beltane, ter onderstreping van de vruchtbaarheid, wordt weleens gezegd dat de aarde haar bruidsjurk aan heeft. Hiermee wordt verwezen naar al het verse vitale groen en de vele bloemen die het landschap sieren. Met name het fluitenkruid wat rond Hemelvaart veelvuldig in de natuur aanwezig is weerspiegeld het beeld van een witte bruidsjurk. Het bruidspaar als christelijke versie van een ultiem symbool voor de vruchtbaarheid zien we binnen de vrijeschool en regionaal volksgebruik vaak terug met Pinksteren. De Pinksterblom en de meikoningin zijn eveneens verwijzingen naar de vruchtbaarheidsenergie, de uitbundigheid en de vruchten van het huwelijk tussen aarde en zon waarop wordt geanticipeerd.

Hoewel veel mensen de precieze achtergronden van de vieringen rond de jaarcyclus niet meer kennen verschijnen er in de moderne tijd – en zeker op vrijescholen – regelmatig elementen van oude en nieuwe tradities. Deze inkijkjes naar het verleden zijn interessant omdat ze een verbinding leggen tussen het christendom, de voorchristelijke traditie, folklore en de moderne tijd.

Het christelijke Hemelvaart

Hemelvaart VrijeschoolWanneer we een sprong maken in de tijd, naar de periode waarin het christendom in noordwest Europa de overhand heeft dan zien we dat de uitleg over Hemelvaart en Pinksteren uit de evangeliën de overhand krijgt in het vierde kwart van de lichte helft van het jaar. Voor Hemelvaart komt de beschrijving er vaak op neer dat Christus de apostelen naar Bethanië leidt en opdraagt om naar Jeruzalem te gaan. Aldaar zou aanstonds de belofte van God worden ingelost, die Hij via Jezus maakte. De apostelen zullen worden gedoopt met Heilige Geest. Na het uitspreken van deze instructie worden de apostelen door Christus gezegend en ‘wordt hij opgenomen op een wolk die hem aan het zicht van de apostelen onttrekt’. In principe is dit een mooi beeld, maar het is voor veel mensen ook heel moeilijk voor te stellen wanneer we denken in onze beperkte referentiekaders. Als je probeert om de situatie letterlijk voor te stellen dan lijkt het ietwat op een scène uit een tekenfilm. Als we ervan uitgaan dat het hier om een ware gebeurtenis gaat dan is de kans groot dat de tekst geen weerspiegeling is van wat er exact gebeurde. Het mysterie rond Christus tussen Goede Vrijdag en Pinksteren is complex en werd door de kerk sinds de vroege middeleeuwen niet geschikt geacht voor het gewone volk en voor ‘toediening’ via lezing van de schrift in de kerken. Om die reden wordt het verhaal vaak verteld aan de hand van beelden die geacht worden beter begrijpelijk te zijn. Een groot deel van de essentie gaat daarbij echter verloren.

De grote paastijd

Om de essentie in detail te begrijpen is een veel langer essay nodig, maar in het kort komt het op het volgende neer. Hemelvaart is onderdeel van de grote paastijd die ruim 40 dagen voor Pasen begint met Carnaval. Tijdens dit feest leren wij mensen dat wie wij op aarde zijn slechts een masker is. Wie wij werkelijk zijn, in een spirituele zin, is door dit masker aan het oog onttrokken.

Op Goede Vrijdag sterft Jezus aan het kruis. Dit is een fysieke dood. Het masker wordt afgezet en de ware Jezus, de Christus, wordt zichtbaar wanneer hij vanuit het aardse niveau het spirituele niveau bereikt. Alvorens dit te kunnen doen wordt gezegd dat Jezus na de kruisiging afdaalt in de diepste en donkerste gelederen van de hel om daar het licht te brengen. Dit is een metafoor die wij als mens op onszelf kunnen betrekken. Ieder mens heeft goed en kwaad in zich. Vaak echter hebben we er moeite mee om het kwaad in onszelf te onderkennen terwijl we trots zijn op het goede en dat graag willen laten zien. Je ware aard ligt in het midden, op de balans van goed en kwaad. Als je deze ware ik wilt leren kennen zul je dus eerst, naast de goede kanten ook de kwade kanten van jezelf moeten onderzoeken en begrijpen. In andere woorden, om het goede te begrijpen moet je ook het kwade kennen. In nog weer andere woorden, je zult door een hel moeten gaan om de hemel te kunnen bereiken. Door het exploreren van goed en kwaad in onszelf ontstaat ruimte tussen de twee polen waarin ons ware spirituele zelf zich kan manifesteren.

Ditzelfde beeld is toepasbaar op Jezus gedurende Goede Vrijdag en Pasen. Hij sterft zijn fysieke dood aan het kruis, daalt af in de hel en leert zijn ware aard kennen. Door deze gebeurtenis kan hij door de dood heen overgaan van een fysiek naar een spiritueel leven. Om deze ervaring met de mensheid te delen keert Jezus, nu Christus, terug op Paaszondag in een tijdelijk opstandingslichaam. In de 40 dagen tussen Pasen en Hemelvaart is Christus op aarde in zijn opstandingslichaam en onderwijst hij de apostelen. Op Hemelvaart stijgt hij dan, volgens de Bijbel door een wolk aan het zicht onttrokken, op naar de hemel.

Het etherlichaam na de dood

Etherlichaam Antroposofie
Hemelvaart - Ninetta Sombart

In een voordracht welke Rudolf Steiner te Dornach hield in juli 1923 wijdt hij uit over wat er na de dood met ons lichaam gebeurt. Wederom in het kort komt het er op neer dat wanneer wij mensen sterven ons fysieke lichaam direct wordt afgelegd. Voor korte tijd daarna ontstaat er een verbinding tussen onze overige drie lichamen, het etherlichaam, het astrale lichaam en het ego. Dit komt tijdens het leven nooit voor. Bij leven zijn het etherlichaam en het fysieke lichaam intens verbonden en ook het astrale lichaam en het ego. Het laatstgenoemde paar bevind zich binnenin het etherlichaam. In de korte tijd direct na de fysieke dood, wanneer de overgebleven lichamen zich verbinden, keert het etherlichaam zichzelf als het ware binnenstebuiten. Deze verandering staat toe dat het etherlichaam zich oneindig kan uitbreiden in het universum en zich volledig kan verbinden met de kosmos rondom ons. Gedurende ons leven wordt alles wat wij met onze zintuigen beleven opgeslagen in het etherlichaam. Dit lichaam bevat dus een schat aan ervaringen, gevoelens, herinneringen enzovoorts. Wanneer het etherlichaam zichzelf binnenstebuiten keert worden al deze opgeslagen waarnemingen, indrukken en gevoelens afgeworpen en eveneens opgenomen in de kosmos. Als het ware wordt dus alles om ons heen omgeven met- en vervuld van onze etherische energie wanneer wijzelf en onze aardse ervaringen worden opgenomen in het grotere geheel van de kosmos.

Universele bezieling

Uit deze beschrijving van Steiner kan de conclusie getrokken worden dat in ieder geval ons etherlichaam niet per se naar de hemel gaat zoals wij ons die voorstellen. Het stijgt immers niet enkel op maar verspreid zich overal om ons heen. Niet alleen naar boven waar we de hemel verwachten, maar ook naast ons, onder ons etc. Op basis daarvan moeten we ons afvragen of ons beeld van de hemel als een hogere laag aan het firmament waar overledenen zich mengen tussen engelen wel klopt.

Als we in dit licht nogmaals kijken naar de gebeurtenissen op Hemelvaartsdag ligt het voor de hand dat Christus niet letterlijk opsteeg naar de hemel, al dan niet op of achter een wolk. In plaats daarvan maakte zijn opstandingslichaam het proces door wat wij mensen direct na onze dood doormaken. Zichtbaar voor het oog van de apostelen verwijdde het etherlichaam van Christus zich en ging het op in de kosmos om hen heen. Uiteindelijk verwijdde het lichaam zich zodanig dat het niet meer waarneembaar was voor de apostelen. In plaats van zich te verwijderen van de aarde, zoals de evangeliën doen geloven verbond Christus zichzelf juist met de aarde. Zijn energie werd als een mantel om de aarde gedrapeerd en verbond zich met alles en iedereen. De hemelvaart moet dus niet zo zeer gelezen worden als een vertrek of achterlating, maar juist als een aankomst, een doordringing en een universele bezieling.

Terug naar Beltane

Wie de verschillende delen van dit essay met aandacht gelezen heeft zal zelf al verschillende verbanden hebben gelegd tussen de christelijke gebeurtenissen en de voorchristelijke ‘sfeer’ in dit vierde kwart van de lichte helft van het jaar. Zoals gezegd is gedurende deze periode de zonne-energie onderweg naar zijn hoogtepunt en is alles op aarde vol van vitaliteit en levenskracht. Dit beeld komt prachtig overeen met de doordringing van de aarde, de kosmos en het universum met de levenskracht van Christus op Hemelvaartsdag.

Het hoogtepunt van vruchtbaarheid wat rond Beltane gevierd wordt draait in symbolische zin om het samensmelten van het mannelijke en het vrouwelijke, verbeeldt door de zon en de aarde. Van de geboorte van Jezus die nagenoeg samenvalt met de geboorte van het licht rond Yule weten we dat de zon vaak een metafoor is voor het goddelijke. Dit zien we ook terug in bijvoorbeeld de Keltische kruisen waar een kruis en een zonneschijf worden gecombineerd. Ook in dit beeld schijnt dus het idee door van een samensmelting tussen het goddelijke en het aardse via Christus, de verbindende schakel die er voor zorgt dat het goddelijke het aardse omhult en binnendringt.

Als we naar de voorchristelijke polariteit kijken dan staan Beltane en Samhain tegenover elkaar als het feest van het leven (de vruchtbaarheid en het huwelijk) en het feest van de dood (het afsterven van het ‘fysieke lichaam’ van planten en de voorouderverering). Op Hemelvaartsdag wordt een hint gegeven van een onsterfelijke kern in ons. Zelfs als we sterven met Samhain is er hoop. De fysieke dood is slechts een fase en wederopstanding zal volgen. Daarvoor is het zaadje geplant gedurende de grote paastijd. De jaarcyclus zal altijd opnieuw beginnen, tot aan het einde der tijden. Doordat wij allen zijn omhuld en vervuld door de Christus energie hebben wij, op spiritueel niveau, het eeuwige leven.

 

© T. M. van Tongeren, 2021
Niets uit deze tekst mag worden vermenigvuldigd, verspreidt of openbaargemaakt gemaakt zonder der voorafgaande toestemming van de auteur.

Laat een antwoord achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Waldorf Inspiration

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder