Nacht 6 – juni
Nacht 6
Opdracht voor 25 december:
Juni
De 6e maand van het jaar is juni. Juni, de maand van de zomerzonnewende en het toppunt van uitademing in de cyclus van het jaar. Juni is het keerpunt op de schommel - het hoogste punt waarna onomkeerbaar een verandering nodig is. Vanaf 21 juni wordt de lengte van het zonlicht op de dagen weer korter, we leven weer inademend toe naar het kerstpunt.
Juni is vernoemd naar Juno, de beschermgodin van de vrouw, het huwelijk en de geboorte - ook een moedermaand dus net als mei.
Voor mij persoonlijk is het meer de midzomermaand. De maand van manifesteren, nog even dát de wereld in brengen wat je te geven hebt, voor dat we de zomervakantie in gaan en op weg gaan naar de herfst.
De uitdaging deze maand is meebewegen met de krachtige levenskrachten energie, zonder de regie te verliezen. Het is een beetje oppassen geblazen 😊 Rondom de winterzonnewende ligt de zwaarte op de loer; de materialistische, naar de aarde trekkende neiging die zelfs tot een flinke winterblues kan zorgen. Daartegenover staat in de zomer juist het gevaar op losbolligheid; de zweverige, zelfingenomen ruimte innemende neiging. Teveel doorslaan in de in- of uitademing zorgt voor ongezonde spanning of leeglopen, waardoor het moeilijker is gefocust te blijven op je levenspad.
De twaalf maanden
Januari knikte instemmend. "Waarom ben je teruggekomen, wat zoek je?" vroeg hij. "Ik zoek aardbeien," antwoordde Maroeschka. "Het is nu toch winter," zei Januari, "er groeien toch geen aardbeien in de sneeuw?!" - "Ik weet het," zei Maroeschka bedroefd, "maar mijn stiefzusje Holena en mijn stiefmoeder hebben mij bevolen aardbeien te gaan zoeken en als ik ze niet meebreng, doe ze me iets aan. Zeg me, waar kan ik ze vinden?" Toen verhief Januari zich, ging naar de maand die tegenover hem zat, gaf hem de scepter en zei: "Broeder Juni, ga jij nu bovenaan zitten!" Dat deed de maand Juni. Hij zwaaide de scepter over het vuur en het laaide hoog op. De sneeuw smolt en de aarde werd groen. De bomen kregen bladeren, de vogels begonnen te zingen en het gras stond vol met bloemen: het was zomer.
Onder de beuken was het gras bezaaid met witte sterren. En terwijl Maroeschka keek, zag ze hoe de witte bloemen veranderden in aardbeien, die onmiddellijk rijp werden en voor ze het wist waren ze rood als bloed. "Pluk ze, Maroeschka, vlug!" zei de maand Juni. Vol vreugde plukte Maroeschka de aardbeien en al gauw had ze haar schortje vol. Toen bedankte ze de maanden hartelijk en ging vlug en vrolijk naar huis terug.
Toen Holena en haar moeder Maroeschka zagen met een schort vol aardbeien waren ze zeer verbaasd. Ze openden de deur en de hut vulde zich met de geur van aardbeien. "Waar heb je die geplukt?" vroeg Holena bars. "Hoog in de bergen," zei Maroeschka, "daar groeien ze onder de beuken." Holena nam de aardbeien, at tot ze genoeg had en gaf haar moeder er ook van, maar Maroeschka kreeg niets.
De derde dag kreeg Holena zin in rode appels en zei: "Hoor eens, Maroeschka, ga de bergen in en haal rode appels voor me!" - "Ach, zustertje-lief, waar moet ik in deze kou appels vinden. Wie heeft er ooit van gehoord, dat er in de winter rode appels groeien?!" zei Maroeschka. "Wat jij luilak, domme Gans, wil je mij soms tegenspreken, ga en doe wat ik je zeg. En als je mij geen rode appels brengt, doe ik je iets aan!" Toen zette de stiefmoeder Maroeschka de deur uit en deed die achter haar op slot.
Bitter wenend liep het meisje het bos in. Er lag een dik pak sneeuw en nergens was een weg te bekennen. Maar dit keer dwaalde ze niet rond. Ze liep regelrecht naar de top van de berg. Daar zaten de twaalf maanden om het grote vuur en zwegen en Januari zat bovenaan. "Goede mensen, mag ik me aan jullie vuur warmen, ik bibber van de kou?!" vroeg ze en kwam dichterbij. Januari knikte instemmend en vroeg: "Waarom ben je dit keer gekomen, wat zoek je?" - "Ik zoek rode appels," zei Maroeschka. "Het is winter, dan groeien er geen rode appels," zei Januari. "Ik weet het," antwoordde Maroeschka bedroefd, "maar mijn zusje Holena en mijn stiefmoeder hebben me bevolen uit de bergen rode appels te halen en als ik het niet doe, dan doen ze me iets aan. Ik vraag U, zeg me, waar ik ze vinden kan!"....
Morgenochtend kan je in je nacht-dagboekje iets over je dromen schrijven en wellicht lukt het je om stil te staan bij de maand juni. Wat gebeurde er het afgelopen jaar in deze maand, wat betekent deze maand voor jou en wat wil je komend jaar in de wereld zetten?
Smaakzin
Ik vertel je in onderstaand audiobericht iets over de smaakzin. Wellicht neem je tijd om de oefening te doen voor het slapengaan.
Audiobericht:
Je smaakzintuig zit op je tong en achterin je mondholte. Met de smaakzin proef je de dingen die in je mond komen. Je smaak- en je reukzin werken veel samen. Zonder de geur zou je alleen zoet, zuur, zout, bitter en umami proeven (vetsmaak wordt tegenwoordig als 6de smaak genoemd). Elke smaak heeft een apart plekje op de tong. Kinderen hebben nog een zeer gevoelige smaakzin en verdragen behalve zoet vaak niet goed de andere smaken. Door de geurzin hebben we secundaire smaken, die ervoor zorgen dat we een veel rijker smakenpakket hebben.
Oefening: Doe je ogen dicht en laat iemand je verschillende smaken proeven. Beschrijf wat je waar proeft. Wat is het verschil als je dezelfde dingen proeft met je neus dicht?
Slaap goed deze nacht! ✨
Eveline